Fysiek volgt sociaal
Op 6 maart vond in het Rotterdamse Theater Zuidplein de werkconferentie ‘Fysiek volgt Sociaal’ plaats. Doel: het belang van het samen optrekken tussen het fysieke en sociale domein rijksbreed agenderen. De conferentie werd georganiseerd door MooiNL (MinVRO), in samenwerking met de ministeries van SZW en BZK, het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) en Agenda Stad. Met ruim 110 voorlopers werden niet alleen best practices gedeeld maar ook vervolgstappen afgesproken.

Van buurtinitiatieven tot gebiedsontwikkeling
Voorafgaand aan het middagprogramma verzamelt een groep van 22 deelnemers - professionals en experts uit onder meer de ruimtelijke ordening, bouwsector en het sociale domein - zich voor een inspirerende excursie door Rotterdam-Zuid, langs plekken waar sociaal en fysiek elkaar ontmoeten of waar ze juist botsen.
De startlocatie is naast het nieuwe Theater Zuidplein, dat in 2021 werd bekroond met de BNA-prijs voor Beste Gebouw in de categorie ‘Leefbaarheid & Sociale Cohesie’. Juliette Brouwer, stedenbouwkundige bij PosadMaxwan en gids bij Urban Guides, vertelt dat het theater onderdeel uitmaakt van de bredere gebiedsontwikkeling Hart van Zuid. “Dit gebouw is ontworpen als buurtcentrum voor het nieuwe Rotterdam-Zuid, met niet alleen een theater, maar ook een bibliotheek en een café-restaurant waar bewoners graag samenkomen.”
Onder de warme zon trekt de groep al wandelend door de wijken, langs verschillende locaties waar de verbinding tussen het fysieke en sociale domein al concreet vorm krijgt.

Buurtklimaatjes
De eerste stop is in Carnisse, waar Sander van der Ham en Karen Welp van Buurtklimaatje de groep opwachten bij de circulaire werkplaats Gouwe (Kl)ouwe. Buurtklimaatje werkt samen met bewoners aan klimaatvriendelijke straten en pleinen. Met veel enthousiasme hebben de wijkbewoners de handen uit de mouwen gestoken en de afgelopen vijf jaar 29 straten vergroend. Zo zijn er 2,5 kilometer aan geveltuinen aangelegd, grote plantenbakken gevuld met bloemen en planten, en is een gemeentelijke keet op het plein levendig gemaakt met een muurschildering. Welp: “Groen brengt buren met elkaar in contact. Waar mensen eerst langs elkaar heen leefden, vinden ze elkaar nu makkelijker.” Wel benadrukt ze dat zulke initiatieven langdurige organisatiekracht en financiële steun vereisen. “Geld is vaak de showstopper.” Juist op dit soort sociale projecten is het afgelopen jaar fors bezuinigd. “Vergeleken met andere investeringen in de fysieke ruimte zijn de kosten minimaal. Het geeft het signaal dat het niet belangrijk is - doodzonde.”
De groep vervolgt de wandeling naar de Terschellingsstraat, waar bewoners in slechts één dag 200 meter aan geveltuintjes hebben aangelegd. Hoewel het nog niet in bloei staat, is het makkelijk voor te stellen hoe mooi het er in de lente en zomer uitziet. Gemeentelijk onderzoek toont aan dat deze vergroening de biodiversiteit vergroot, maar het meten van sociale impact blijft lastig. “Om te weten wat vergroening écht betekent voor bewoners, moet je met hen in gesprek,” aldus Welp. De excursie-deelnemers concluderen dat bewoners vaak buitenspel worden gezet bij beslissingen over hun eigen leefomgeving. Barbara Luns, Directeur bij Architectuur Instituut Rotterdam, onderstreept juist het belang van bewonersparticipatie: “Mensen uit de wijk zijn serieuze gesprekspartners. Er schuilt veel waardevolle kennis bij bewoners, maar om daar écht gebruik van te maken, moet je ze serieus nemen.”

Gebiedsontwikkeling Rijnhaven
Met de metro reist de groep van Zuidplein naar Rijnhaven, waar Juliette Brouwer op het perron meer vertelt over de grootschalige herontwikkeling van het gebied. Hier worden 3.000 woningen gebouwd, met sociale huurwoningen, middeldure huur- en koopwoningen en dure koopwoningen, allemaal grenzend aan een nieuw stadspark. Daarnaast komen er horecagelegenheden, winkels, een drijvend stadspark, steigers, loopbruggen en zwemwater.
Brouwer: “Dit project valt officieel onder de stadsvernieuwing van Rotterdam-Zuid. Toch wijkt het sterk af van de omliggende wijken en roept het de vraag op in hoeverre deze ontwikkeling echt bij Rotterdam-Zuid hoort. Zijn de nieuwe voorzieningen voor de bestaande bewoners bedoeld?”

Grondstoffenstation: economische, ecologische en sociale hub
Met deze vraag in gedachten lopen de deelnemers naar het Afrikaanderplein, waar het Grondstoffenstation laat zien hoe je mét en vóór de wijkbewoners werkt. Annet van Otterloo, algemeen coördinator van De Afrikaanderwijk Coöperatie: “We werken al tien jaar aan de ontwikkeling van deze wijk, van binnenuit. De coöperatie bestaat uit bewoners en ondernemers die hier wonen en werken. We kijken naar de geldstromen in de wijk en bouwen aan een infrastructuur die ervoor zorgt dat het geld in de wijk blijft.”
Het Grondstoffenstation, opgebouwd uit IBC-tanks en hergebruikte materialen, speelt een sleutelrol in het verwerken van het marktafval van de Afrikaandermarkt. In 2017 nam de coöperatie de afvalinzameling over van de gemeente. Waar de gemeente alles als één reststroom verwerkte, zag de coöperatie potentie en begon kleinschalig aan recycling met een marktkraam en losse vuilnisbakken. Ondertussen is de Afrikaandermarkt de eerste circulaire markt van Nederland. “De buitenkant nodigt uit tot ontmoeting, binnen draait alles om recyclen,” vertelt Van Otterloo. “Elke marktdag verwerken we hier 6.000 kilo afval. Overgebleven groente en fruit worden gratis uitgedeeld, en het percentage restafval is verwaarloosbaar.”
Dankzij het succes, waaronder het winnen van de Rotterdam Architectuurprijs 2024, wordt het project vaak als best practice bezocht. Toch geeft Van Otterloo aan dat het een lange en moeizame weg was en nog steeds is. “Een traject zoals het onze vergt doorzettingsvermogen en is niet voor elk initiatief haalbaar. De coöperatie kan het volhouden door inkomsten uit andere activiteiten.

Humane ruimtelijke ordening
Moderator Jutta Hinterleitner trapt het middagprogramma af met een demografische voorspelling: Nederland wordt steeds drukker, diverser en grijzer. “We staan voor een uitdaging waarin zowel de ruimtelijke als sociale component belangrijk zijn. Hoe gaan we dit allemaal op een goede manier doen, met en voor de mensen?”
DG Ruimtelijke Ordening Marjolein Jansen en Paola Huijding, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Kwaliteit bij VRO, duiden vervolgens namens de Rijksbrede coalitie waarom leefomgevingen alleen stevig staan als ze door zowel fysieke als sociale pijlers worden gedragen. De internationaal vermaarde architect en stedenbouwkundige Francine Houben (Mecanoo) voegt hier met haar keynote een inspirerend pleidooi voor humane ruimtelijke ordening aan toe.
“Ik verbaas me erover,” zegt Houben. “In de Rotterdamse haven zijn 180.000 banen, terwijl Rotterdam-Zuid, met 200.000 inwoners, kampt met armoede en hoge werkloosheid. Hoe kan dat naast elkaar bestaan? Waarom stopt het onderwijs boven de rivier en loopt het niet door naar Zuid?” Volgens haar is mobiliteit cruciaal voor een hoge levenskwaliteit. Waar Rotterdam-Noord 35 metrohaltes heeft, moet Rotterdam-Zuid het met slechts vijf doen. In de toekomst wordt, als het aan haar ligt, de dijk de verzoener: de bestaande dijkinfrastructuur transformeert tot een 10 kilometer lang dijkpark. Een groen lint waar bewoners én havenwerkers kunnen wandelen, fietsen, sporten en recreëren.
Volgens Houben draait ruimtelijke ordening om het verbinden van verschillende opgaven: kenniseconomie, maakindustrie, onderwijs, dijk- en watermanagement, mobiliteit en vergroening. En de energietransitie, waarvoor een enorme opgave in de Rotterdamse haven ligt. ”Dat vraagt om samenwerking met veel partijen. Het werkt niet als iedereen alleen denkt: ‘Wat heb ík eraan?’ Nee, je moet het met elkaar doen.”
DG RO Marjolein Jansen sluit zich aan bij de Houbens oproep. Volgens haar zijn er veel bruggen te slaan, ook tussen het ruimtelijke en sociale domein. “Precies de reden dat we hier vanmiddag zijn. De titel van deze werkconferentie is ‘Fysiek volgt Sociaal’, maar is dat wel zo? In de geest van Feyenoord zeg ik liever: hand in hand, kameraden. We kunnen niet zonder elkaar.”
Volgens Jansen moet de ruimte in Nederland rechtvaardig worden verdeeld, ook voor de toekomstige generaties. “Dat is complex. Hoe nemen we iedereen mee?" Zij geeft de deelnemers in de zaal de opdracht om goed naar elkaar te luisteren. "Stel vragen en durf te verdiepen. Er is veel ongeduld, maar in de ruimtelijke ordening kun je geen hoeken afsnijden; fouten werken generaties lang door. De oproep tot humane ruimtelijke ordening van Francine heb ik goed gehoord."

Visies op de leefomgeving van morgen
Na deze drietrapsraket is de toon gezet. Met als kernvraag voor de panelgesprekken en breakouts: hoe brengen we deze domeinen dichter bij elkaar en creëren we een fysieke leefomgeving waar elke Nederlander zich thuisvoelt?
In het eerste panelgesprek met drie auteurs van de essaybundel Fysiek volgt Sociaal (zie PDF), werd benoemd dat beleid het fysiek en sociale steeds verder uit elkaar heeft getrokken. "We investeren volop in woningbouw en kantoren en er is weinig bereidheid om te investeren in sociale structuren," stelt Floor Milikowski, sociaal geograaf en journalist. Haar oproep: investeer in scholen, speeltuinen, buurtcafés; de plekken waar gemeenschappen samenkomen. Ivan Nio, sociaal geograaf en stadssocioloog, voegt toe dat fysiek en sociaal vaak langs elkaar heen praten. Een gedeelde taal is nodig om tot echte samenwerking te komen. Suzanne Potjer, bestuurskundige, Chief Exploration Officer (CXO), ziet het belang van elkaars kwaliteiten erkennen. Potjer: "Goede samenwerking is dat je de kwaliteit van de ander ziet en er ruimte voor maakt.”
In het tweede panel stond de verschuiving van cure naar care centraal: hoe kunnen we preventief bijdragen aan het welbevinden in de wijk, in plaats van achteraf misstanden op te lossen, wat moet dan anders worden gedaan op gebied van fysiek, sociaal en financieel?
Volgens architect Ianthe Mantingh is in de ruimtelijke ordening een omkering nodig in het denken. "Gebouwen moeten nooit een doel op zich zijn, maar moeten in dienst staan van de gebruikers," zegt Mantingh. Daarvoor moeten we volgens Zico Lopes, oprichter van Spatial Codes, meer luisteren naar de gemeenschap binnen de bestaande leefomgeving. “Zoek naar creatieve denkers en vertalers, mensen die de gemeenschap begrijpen en kunnen verbinden met beleidsmakers.”
Simon Franke voegt daaraan toe dat een ruimte met een bepaalde functie in gedachte kan worden ontworpen, maar dat het in de praktijk soms anders uitpakt door sociale dynamiek.
Daarom benadrukt Franke dat beheer en sociale programmering bij sommige projecten onmisbaar zijn.

Fantasievolle ruimtelijke ordening
Als afsluiter van de panelgesprekken pleit Paola Huijding, afdelingshoofd Ruimtelijke Kwaliteit, voor meer ruimte voor fantasie in de ruimtelijke ordening. Ze steunt Lopes’ oproep om samen te werken met de gemeenschap, maar denkt verder vooruit. "De mensen die nu werken in het ruimtelijk domein, daarvan zijn wellicht de helft er over 50 jaar zelf niet meer,” aldus Huijding. “Hoe zorgen we ervoor dat we rekening houden met de waarde van de toekomstige generaties, die de ruimte zullen gebruiken die nu door ons wordt ontworpen?" Een te dichtgetimmerde aanpak belemmert de flexibiliteit van de ruimte. "De leefomgeving moet zo ontworpen worden dat er ruimte blijft voor nieuwe invullingen en momenten van fantasie." Ze haalt het voorbeeld aan van het marktplein in Delft, dat afgelopen winter tijdelijk werd omgetoverd tot een wintersportgebied.

Op de Rijksagenda
Na de vier verdiepende breakoutsessies volgt in de plenaire zaal een terugkoppeling om concrete agendapunten voor het Rijk te formuleren. De sessie ‘De cultuur en identiteit van de leefomgeving’ van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bracht naar voren dat ondervertegenwoordigde groepen een betere positie moeten krijgen in het proces van de ruimtelijke ordening.
De uitkomst van de sessie van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over publieke familiariteit - het creëren van laagdrempelige, spontane ontmoetingen in de buurt - is dat het perspectief van bewoners een centrale rol moet spelen in het ontwerpproces van de leefomgeving. Rajni Bhoendie: “Er moet oog zijn voor verschillende behoeften, flexibel worden omgegaan met ruimte, en participatie moet leiden tot betekenisvolle plekken voor bewoners.”
In de sessie van Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ‘De woningbouwopgave & de gezonde leefomgeving’ werd het belang van luisteren opnieuw onderstreept. Daarnaast goed kijken naar wat al werkt, en dat breed toepassen.
Tijdens de sessie van CRa over het ontwerpen van een gezonde en sociale leefomgeving werd duidelijk dat sociale aspecten altijd moeten worden meegenomen bij ruimtelijke ingrepen. Milou Joosten: “Het zou enorm helpen als het Rijk expliciet maakt hoe elke ruimtelijke ontwikkeling bijdraagt aan sociale vraagstukken. Heel stellig zeggen wij: sociaal moet worden meegenomen bij elke ingreep in het ruimtelijk domein."

Wat zijn nu de vervolgacties? Annette Duivenvoorden van Platform31 noemt BuurtSaam, een ontwerpend onderzoek in samenwerking met CRa en Falsework, waarin wordt gewerkt aan een gezondere, socialere en veiligere leefomgeving. Duivenvoorden: “Het onderdeel met CRa is zo goed als afgerond, maar wij gaan door. We werken verder met de bestaande coalities en willen blootleggen hoe het werkt in grootschalige woningbouwlocaties.”
Deze verdieping wordt opgepakt in samenwerking met o.a. Anke Glasmeier (NOVEX). Glasmeier ontwikkelt samen met MooiNL en het ministerie van SZW een handreiking voor grootschalige woningbouwlocaties en geeft aan dat zij gaan kijken hoe de inzichten van vandaag breder gedeeld kunnen worden.
Christopher Baan van Agenda Stad sluit de middag af met een uitnodiging aan de deelnemers om zich aan te melden bij de City Deal Toekomstbestendige Gebiedsontwikkeling: “Wij willen aantrekkelijke, gezonde en betaalbare leefomgevingen de nieuwe standaard maken. Dit was allemaal waardevolle input, die we één op één kunnen toepassen.”