De Omgevingswet biedt overheden flexibele instrumenten voor grondbeleid. Met deze instrumenten kunnen overheden zelf kiezen welke oplossingen passend zijn. Privaatrechtelijke middelen, zoals erfpacht, grondverwerving en samenwerkingsovereenkomsten, en publiekrechtelijke instrumenten, zoals het voorkeursrecht, onteigening en het omgevingsplan, maken maatwerk mogelijk. Hiermee biedt de Omgevingswet een kader voor het effectief sturen op ruimtelijke ontwikkelingen.
De wettelijke grondbeleidsinstrumenten uit de Omgevingswet
Als het Voorkeursrecht gevestigd is dan heeft de grondeigenaar de plicht om deze grond bij verkoop eerst aan de overheid aan te bieden.
Onteigening is een instrument waarbij de grondeigenaar – nadat minnelijke verwerving niet is gelukt – gedwongen wordt de grond aan de overheid te verkopen. Dat kan niet voor alle functies. Dat moet dan gaan om een nieuw toegekende functie zoals de aanleg of wijziging van infrastructurele of waterstaatkundige werken, in gevallen waarin de eigenaar niet bereid of in staat is tot zelfrealisatie en onteigening noodzakelijk en urgent is.
Grondeigenaren die een bouwplan realiseren, zijn onder het instrument van ‘kostenverhaal’ verplicht om aan de overheid een bijdrage te betalen. Dat is een bijdrage in onder andere de kosten van het aanleggen van de benodigde publieke voorzieningen, de inrichting van de openbare ruimte en de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden van het ambtelijk apparaat.
Vrijwillige financiële bijdragen zijn bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen op basis van een anterieure overeenkomst.
Afdwingbare financiële bijdragen zijn bijdragen aan ontwikkelingen op basis van een omgevingsplan van de gemeente en niet via het kostenverhaal verhaalt kunnen worden.
Baatbelasting is een bestaande belasting die gemeenten kunnen heffen om vastgoed- en grondeigenaren mee te laten betalen omdat ze profiteren van publieke investeringen.
Landinrichting door herverkaveling houdt in dat grond of percelen tussen eigenaren worden geruild volgens de in de Omgevingswet voorgeschreven procedure. Hierbij kan sprake zijn van gedwongen eigendomsoverdracht.
Vrijwillige ruilverkaveling bij overeenkomst is een vorm van gebiedsinrichting waarbij minimaal 3 partijen vrijwillig hun onroerende zaken (zoals landbouwgrond en gebouwen) ruilen. Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet heet dit kavelruil en is niet langer alleen mogelijk in landelijk gebied, maar ook in stedelijk gebied.